Het CBS heeft berekend dat in 2012 103.035 rechtspersonen zijn opgeheven. In 2013 waren dit er 129.030 hetgeen een forse toename is.[1]

Economische omstandigheden spelen hierbij een belangrijke rol. In toenemende mate maken ondernemers gebruik van de mogelijkheid om een b.v. door middel van een zogeheten turbo-liquidatie op te heffen. Eigenlijk is deze term niet geheel juist omdat bij een turbo-liquidatie er niet geliquideerd wordt maar ontbonden.

De wet benoemt een aantal grondslagen op basis waarvan een b.v. kan worden ontbonden. Bij een gebrek aan baten kan een besluit worden genomen op basis waarvan de b.v. wordt ontbonden. In het Handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt geregistreerd dat de b.v. is opgehouden te bestaan in verband met het ontbreken van baten.

Als een b.v. nog wel baten heeft, zal de liquidatiefase eruit bestaan dat de nog bestaande baten zoals bijvoorbeeld inventaris en auto’s worden verzilverd. Hiermee kunnen de bestaande schulden dan (gedeeltelijk) worden voldaan. Schuldeisers van de ontbonden b.v. kunnen gedurende een periode van twee maanden tegen de liquidatie bij de rechtbank in verzet te komen.

Bij een turbo-liquidatie wordt de fase van de liquidatie niet doorlopen vanwege de stelling dat er helemaal geen baten meer zin. Een turbo-liquidatie bestaat er dus uit dat voor een b.v. niet het faillissement wordt aangevraagd, maar gebruik wordt gemaakt van de regeling om een vennootschap te ontbinden en uit te schrijven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Een turbo-liquidatie is voor de bestuurder van de betreffende b.v. niet geheel zonder risico’s. In de praktijk wordt soms om verschillende redenen gebruik gemaakt van een turbo-liquidatie waaruit blijkt dat niet iedere ondernemer zich voldoende realiseert wat de bedoeling is van deze regeling. Zo wordt nogal eens verondersteld dat een turbo-liquidatie ertoe leidt dat een schuldeiser de bestaande vordering op de b.v. helemaal niet meer kan verhalen. Bestaande baten worden uit de te ontbinden b.v. overgeheveld waarna vervolgens wordt verklaard dat er geen baten meer zijn. De betreffende schuldeiser zou dan het nakijken hebben. Niets is evenwel minder waar.

Op grond van artikel 2:23c BW kan een schuldeiser de rechtbank verzoeken om de vereffening te heropenen. Een heropening kan dan alsnog leiden tot een faillissement en/of bestuurdersaansprakelijkheid.

Is het dan raadzaam om altijd het faillissement aan te vragen als er geen baten meer zijn? Nee, want onder bepaalde omstandigheden kan de aangewezen curator zich op het standpunt stellen dat het aangevraagde faillissement misbruik van recht oplevert omdat er helemaal geen baten zijn zodat een faillissement tot nog meer schulden zal leiden in verband met de kosten.

Dex Legal adviseert ondernemers daarom om tijdig advies in te winnen omtrent het eventuele voornemen om een b.v. op te heffen. De verkeerde keuze kan jaren later nog voor vervelende en kostbare verrassingen zorgen.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze bijdrage? Neem vrijblijvend contact op met Advocatenkantoor Dex Legal. Ook ’s avonds en in het weekend kunt ons bereiken. Overleg is tevens mogelijk via de webcam.

Dex Legal; ongecompliceerd en toegankelijk.

[1] http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81566ned&D1=0-9,11-13&D2=0,3,21,31,170,175,186,199,228,253,263,286,300,307,332,360,365,372,387,397,407,413&D3=4-6&HDR=G2,T&STB=G1&VW=T